Introtekst reflectie psychiatrie

Ziekte, stoornis, etikettering en ziektemarketing in de psychiatrie.

Inleiding:

Wie psychische problemen heeft en daardoor niet meer goed functioneert in het dagelijks leven, komt terecht in de GGZ en vaak bij een psychiater.  In de psychiatrie spreken we bij psychische problemen meestal van een stoornis. Elders in de geneeskunde spreken we bij medische problemen meestal van een ziekte of een syndroom. Waarom eigenlijk? En wat maakt het uit? Hebben we daar criteria voor? Als het beestje maar een naam heeft?

Rond de GGZ is er al lang besef dat het geven van een specifieke naam meer consequenties heeft. We noemen dat etikettering of labeling. Vaak wordt dat gezien als iets negatiefs, een vorm van stigmatisering: Als je eenmaal zo’n etiket hebt gekregen, kom je er niet snel meer vanaf. De omgeving gaat iemand als ‘ziek’ of ‘gestoord’ zien en behandelen en iemand krijgt een identiteit als geesteszieke  of gestoorde. In plaats van te erkennen dat specifieke psychische problemen en patronen altijd een variatie van normale psychische kwetsbaarheid zijn: heel veel mensen hebben in verschillende periodes van hun leven op verschillende manieren last van psychische problemen.

Anderzijds kan etikettering ook erkenning inhouden: wie (psychisch) ‘ziek’ is en behandeling zoekt heeft immers serieuze problemen en is patiënt en geen slappeling. Aan die erkenning zit ook financiële vergoeding voor professionele behandeling vast. Als de oorzaak van de stoornis in de hersenen of in de genen gevonden kan worden is dat nog beter: dan gaat het eigenlijk om ‘somatische’ disregulatie en verschillen psychische ziektebeelden in de kern niet van somatische. Het medisch model in de psychiatrie biedt niet alleen hoop op verklaring en behandeling, maar ook op vrijstelling van schuldgevoel: Je bent ziek in plaats van abnormaal en krijgt medicatie in plaats van misprijzen.

De discussie over zin en onzin van etikettering in de psychiatrie wordt nog verder gecompliceerd door het feit dat het ziektebegrip en het medisch model in de psychiatrie de deur open hebben gezet voor immense omzet, winsten, invloed en macht van de farmaceutische industrie: onderzoek wordt vaak gefinancierd door de industrie, die de resultaten selectief benut in het kader van ‘ziektemarketing’ (‘u hebt waarschijnlijk ziekte x, ga naar uw dokter’) en die krachtig en uitsluitend medicatiegebruik promoot. Maar ja, de (huis)arts staat nu eenmaal onder therapeutische druk: ‘doe iets dokter’.

Deel één van de bespreking gaat over zin en onzin, voor- en nadelen, bewijsbasis voor en kritiek van het medisch model in de psychiatrie. En daarmee over etikettering door de gebruikte begrippen en ‘ziektebeelden’. Deel twee gaat over ziektemarketing. Om beide delen te verbinden en toe te spitsen gebruiken we steeds ADHD als voorbeeld.

Voorbereidingsmateriaal:

  • Wikipedialemma ziekte: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ziekte
  • Ellen Deckwitz. Aandoening NRC 29-01-2019 (pdf) [een alledaags voorbeeldje]
  • J.S. Kooij. Ultrakorte vragenlijst voor ADHD bij volwassenen (pdf) [ziektemarketing?]
  • Edo Nieweg. Een stoornis wordt steeds normaler. S&D 2011, 7/8: 112-119 (pdf) [genuanceerd betoog over het nut en de nadelen van etikettering in de psychiatrie]
  • Andrea M. Ruissen. De impasse die ADHD heet. NTvG 30-10-2017 (pdf) [kritiek op biomedisch model]

[Het artikel van Ruijssen is hier een primaire bron omdat het naar aanleiding van ADHD expliciet reflecteert op de criteria voor het biomedisch ziektemodel. Desgewenst kun je voor de nuance ook het artikel lezen waar Ruijssen kritisch commentaar op levert: JJS Kooij. ADHD bij volwassenen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D1489 (pdf)]

Sessie:

Discussie op basis van de voorbereidingsteksten en beeldfragmenten.

Vraagoptie voor reflectiebijlage:

  • Hoe relevant is het ziektebegrip naar medisch model volgens jou voor de psychiatrische praktijk?
  • Maken psychiaters en psychiatrisch verpleegkundigen zich in jouw observatie schuldig aan discutabele vormen van etikettering?

PM

Je kunt als onderwerp voor de reflectiebijlage ook kiezen voor een van de vragen uit het GRGE-reflectiemateriaal van de eerdere delen van dit coschap.

Verdiepend:

  • Edo Nieweg. DSM: een zoektocht naar fantomen. Medisch Contact 68 (20) 16 mei 2013: 1052-1055 (pdf) [pleidooi voor erkenning van de conceptuele problemen met en de tijds- en waardengebodenheid van de DSM, toegespitst op ASS]
  • Complexiteit is juist de schoonheid van ons vak’. Psychiater Floortje Scheepers gelooft niet in simpele oplossingen. Medisch Contact 13 augustus 2018 (pdf) [anders gaan denken over de psychiatrie]
  • Meynen, A. Ralston. Zeven visies op een psychiatrische stoornis. Tijdschrift voor Psychiatrie 53(2011)12, 895-903 (pdf)