Evidence Based Medicine is in de jaren ´80 in het kader van vernieuwing van het onderwijs in de geneeskunde ontstaan in Mc Master Medical School in Ontario. Sindsdien is het begrip op verschillende manieren opgevat en gedefinieerd. Een actuele definitie die thans in Nederland gangbaar is, luidt: ´Het gewetensvol, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen voor individuele patiënten. De praktijk van evidence-based medicine impliceert het integreren van individuele klinische expertise met het beste externe bewijsmateriaal dat vanuit systematisch onderzoek beschikbaar is. De voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patiënt spelen bij de besluitvorming een centrale rol´ (overgenomen uit M. Offringa, W.J.J. Assendelft, R.J.P.M. Scholten (red.) Inleiding in evidence-based medicine, 2001; cursiveringen in het origineel).
Over de betekenis en de waarde van Evidence Based Medicine wordt zeer verschillend geoordeeld. Voorstanders stellen dat dit de enige zekere methode is om onwerkzame of schadelijke behandelingen of ingrepen uit te bannen. Tegenstanders wijzen er op dat de resultaten van deze werkwijze in de praktijk een zodanig dwingend karakter zullen krijgen, dat de unieke persoonlijke arts-patiënt-relatie haar betekenis zal verliezen en zal ophouden te bestaan. Beide partijen hebben goede argumenten voor hun opvatting. Om deze reden en omdat theorie en praktijk van de geneeskunde in dit onderwerp op een unieke manier verweven zijn, heeft de Vereniging voor Filosofie en Geneeskunde dit onderwerp gekozen voor haar Jaarcongres 2003.